1
Leentje leerde Lotje lopen op de lange Lindelaan.
Maar omdat Lotje niet wilde lopen liet Leentje Lotje staan
2
Langs de koele kali liep een kale koeli
met een kilo kali op zijn kale koeli-kop.
3
Mientje Mandemakers' mooiste meisje maakte mutsjes met moeders mooiste machientje
4
Vissers die vissen naar vissen en vissers die vissen die vangen vaak bot. De vissen waar de vissende vissers naar vissen, vinden vissers die vissen vervelend en rot!
5
Zeven Zaventemse zotten zullen zes zomerse zondagen zwemmen zonder zwembroek. Zware Julien zijn zuster zaliger zei: ""Zo'n zeveraars! Ze zijn zijle zeker zot zeg! Ze zullen zinken!""
6
Moeder sneed zeven scheve sneden brood
7
Meisje met je mooie mondje moet je met je maatje mee?
8
Wij smachten naar achtentachtig prachtige nachten bij achtentachtig prachtige grachten
9
Bram de brave broer van breiende brauwende Brielse Brechtje, bracht in zijn bronsbruin broekje een bril en een brandbrief en een gebroken brokje bros bruin brood over de brede brug naar Breukelen.
10
Vaders vader vond vier vuile vesten van vier vuile venten.
11
Frans zegt tegen Frans in het frans is Frans in het frans ook Frans nee zegt Frans Frans is in het frans Fransuar